Portfolio deel A
Wat zijn je persoonlijke leerdoelen?
- Originele opdrachten ontwerpen en daarmee de creativiteit in mezelf en anderen stimuleren
- Kennis en ervaring opdoen over en met andere disciplines, m.b.t. visies, geschiedenis en praktijk
- Leren samenwerken met (mensen van) andere disciplines
- Mensen van andere disciplines enthousiast maken voor mijn discipline (beeldende kunst)
- Kennis maken met de beroepspraktijk van alle betrokken disciplines
Omschrijf aan welke competenties je in deze periode vooral wilt werken met betrekking tot beroepstaak 1.
Beroepstaak 1: Het ontwikkelen, ontwerpen en uitvoeren van CKV-lessen.
Creërend vermogen: Originaliteit en creativiteit ontdekken en stimuleren door middel van het geven van inspirerende en uitdagende opdrachten. Hiermee stimuleer en inspireer ik ook mijzelf.
Kunstpedagogisch vermogen: Anderen enthousiast maken voor mijn discipline (beeldende kunst) door inspirerend, creatief en aanwezig te zijn.
Samenwerkend vermogen: Meer leren over andere disciplines m.b.t. geschiedenis, visies en hedendaagse kunst.
Beroepstaak 2: Het ontwikkelen, ontwerpen en uitvoeren van interdisciplinaire projecten, zowel binnen- als buitenschools.
Creërend vermogen: Leren samenwerken met andere disciplines door goed te luisteren en veel met de andere disciplines om te gaan
Kunstpedagogisch vermogen: Anderen enthousiast maken over mijn discipline, en leren hoe zij over mijn discipline denken door vragen te stellen, vragen te beantwoorden en veel informatie tot me te nemen.
Operationaliserend vermogen: Kennis maken met andere disciplines door vragen te stellen, goed op te letten en veel met andere disciplines om te gaan.
Vermogen tot groei en ontwikkeling: Een zo compleet en open mogelijke visie vormen over kunst en cultuur door zoveel mogelijk informatie tot me te nemen en vragen te stellen.
Beroepstaak 3: Het ontwikkelen, ontwerpen en uitvoeren van lessen Kunst Algemeen.
Kunstpedagogisch vermogen: Kennis maken en verwerven van zowel mijn eigen als andere disciplines, ik ben al bekend met de inhoud en positie van het vak CKV, maar opfrissing daarvan en leren hoe andere disciplines naar het vak kijken is belangrijk.
Communicatief vermogen: Vakjargon uit kunnen leggen, leren welke begrippen algemeen bekend zijn en welke niet door goed op te letten, vragen te stellen, na te vragen of men mij begrijpt of niet en goed te reflecteren op wat ik zeg of gezegd heb.
Reflectief vermogen: Positieve en negatieve kritiek kunnen uiten op mijn medeleerlingen, en dit goed leren verwoorden.
Portfolio deel B
Sterkte-zwakte analyse vanuit de drie beroepstaken
Beroepstaak 1: Het ontwikkelen, ontwerpen en uitvoeren van CKV-lessen.
Creërend vermogen: Originaliteit en creativiteit ontdekken en stimuleren door middel van het geven van inspirerende en uitdagende opdrachten. Hiermee stimuleer en inspireer ik ook mijzelf.
Kunstpedagogisch vermogen: Anderen enthousiast maken voor mijn discipline (beeldende kunst) door inspirerend, creatief en aanwezig te zijn.
Samenwerkend vermogen: Meer leren over andere disciplines m.b.t. geschiedenis, visies en hedendaagse kunst.
Sterkte
Ik denk dat het geven van inspirerende en uitdagende opdrachten en het enthousiast maken van anderen over mijn discipline wel is gelukt. Met de kunstbeschouwingsles hebben we bijvoorbeeld (naar aanleiding van Marcel Duchamp’s Fountain) de discussie gestart: wat is kunst? De studenten waren heel actief betrokken in deze discussie, en hoewel de les nog wel een aantal verbeteringspunten had (zie zwakte), denk ik dat mijn medestudenten heel enthousiast zijn geworden en dat we ze wel hebben uitgedaagd om na te gaan denken over waar we eigenlijk mee bezig zijn op de kunstacademie. Ook ben ik veel bezig geweest het leren over andere disciplines m.b.t. geschiedenis en visies. Dit natuurlijk via de cultuurgeschiedenislessen, maar ook door gesprekken te voeren met studenten van andere disciplines. Dit voornamelijk naar aanleiding van de expositie. Ik heb veel geleerd over hun denkwijzen en hun manier van aanpakken. Grappig is hierbij dat we ontdekt hebben dat de studenten van de 3 disciplines ook een hele eigen manier van omgaan met een opdracht hebben. Wij van beeldend gaan eerst nadenken, schetsen maken, uitwerken, plan van aanpak maken, theater gaat het gewoon doen en dan zien ze wel hoe ze het verder aanpakken, en dans zit daar een beetje tussenin.
Zwakte
Mijn zwakke punt zit voornamelijk op het organisatorische vlak. De ideeën die wij hadden voor de les over Robert Therrien en voor de kunstbeschouwingsles zouden veel beter uitgekomen zijn als we bijvoorbeeld de discussie iets meer geleid hadden. De les over Robert Therrien zat over het algemeen goed in elkaar, maar ook dit liep niet helemaal zoals we gewild hadden qua tijd die de studenten hadden voor onze opdracht.
Beroepstaak 2: Het ontwikkelen, ontwerpen en uitvoeren van interdisciplinaire projecten, zowel binnen- als buitenschools.
Creërend vermogen: Leren samenwerken met andere disciplines door goed te luisteren en veel met de andere disciplines om te gaan
Kunstpedagogisch vermogen: Anderen enthousiast maken over mijn discipline, en leren hoe zij over mijn discipline denken door vragen te stellen, vragen te beantwoorden en veel informatie tot me te nemen.
Operationaliserend vermogen: Kennis maken met andere disciplines door vragen te stellen, goed op te letten en veel met andere disciplines om te gaan.
Vermogen tot groei en ontwikkeling: Een zo compleet en open mogelijke visie vormen over kunst en cultuur door zoveel mogelijk informatie tot me te nemen en vragen te stellen.
Sterkte
Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk te weten te komen over de andere disciplines, en ik denk dat ik daar wel in geslaagd ben. Zowel binnen als buiten school heb ik vragen gesteld en beantwoord en ik heb veel geleerd over visies en denkwijzen binnen andere disciplines. Echt samengewerkt hebben we (nog) niet, maar ik kan wel stellen dat ik veel van ze heb geleerd.
Zwakte
Ik heb gemerkt dat ik, net als de rest van de studenten eigenlijk, toch wel naar degenen toetrek die ik al ken. Logisch, maar misschien is het toch te doorbreken.
Beroepstaak 3: Het ontwikkelen, ontwerpen en uitvoeren van lessen Kunst Algemeen.
Kunstpedagogisch vermogen: Kennis maken en verwerven van zowel mijn eigen als andere disciplines, ik ben al bekend met de inhoud en positie van het vak CKV, maar opfrissing daarvan en leren hoe andere disciplines naar het vak kijken is belangrijk.
Communicatief vermogen: Vakjargon uit kunnen leggen, leren welke begrippen algemeen bekend zijn en welke niet door goed op te letten, vragen te stellen, na te vragen of men mij begrijpt of niet en goed te reflecteren op wat ik zeg of gezegd heb.
Reflectief vermogen: Positieve en negatieve kritiek kunnen uiten op mijn medeleerlingen, en dit goed leren verwoorden.
Sterkte
Kennis verwerven is heel aardig gelukt, door goed op te letten bij de kunstbeschouwingslessen en bij cultuurgeschiedenis. Opfrissing van hetgene wat ik al weet, nieuwe dingen erbij geleerd en geleerd hoe andere disciplines naar ons en hun eigen vak kijken. Ook hebben we bijvoorbeeld bij de kunstbeschouwingsles een aantal termen uitgelegd die de rest van de studenten niet kenden.
Zwakte
Kritiek uiten. Ik heb een beetje de neiging om alles mooi te vinden, want iemand heeft er toch z’n best op gedaan, maar ik denk dat ik meer moet leren om kritisch te kijken.